Een Uur Cultuur is het cultuurprogramma van de VPRO op Radio1, elke zaterdag en zondag live en daarna als podcast te beluisteren.
Afgelopen zaterdag had ik dichter Jan-Paul Rosenberg in de uitzending. Aan het einde van de week van de lentekriebels, waarin ik zalig met de benen bloot boeken las, onder andere Als de wereld wankelt, van Jandy Nelson (die ik zondag voor ILFU sprak), een young adult book dat in een ruk uit was, ondanks zijn plompe omvang. Het slotnummer van de week van de lentekriebels, waarin kinderboekenschrijvers met de dood werden bedreigd door volwassen mensen op X, en het Sinterklaasjournaal bij het grofvuil werd gezet, wil ik gewoon weer even spelen, kind zijn, verdwijnen in een boek. Of in een voorstelling, zoals Moedig Voorwaarts van Damn, Honey die ik zaterdagavond bezocht. Zalig feministisch klein en groot verzet, met persoonlijke anekdotes over babys en rouw, en laserzwaarden.
Ik begon Een Uur Cultuur met een gedicht, van Esther Jansma:
Als we ons dan toch moeten kleden
tegen kou bijvoorbeeld, of in naam van iets
in resten van dit of dat verleden
verhalen en geheugensteuntjes die niets
vertellen dan dat we er al waren
in de tijd die bestond voor dit heden -
als wij onszelf alleen in het nu kunnen bewaren
door onszelf voortdurend uit te vinden in het nu
dan liefst eenvoudig, aan de hand van kleding.
Je zit aan tafel. Opeens zie je hoe iemand
ijs overstak, hoe hem de kou beving
of een ander einde en je zegt: kijk,
hier heb je zijn schoenen, leren mantel, wanten.
‘Waar is de tijd? Hier is de tijd.’
Mijn gast zit daar ook helemaal in, in onze plek in de tijd en ruimte. Hij is socioloog, en directeur van Achterland, de uitgeverij die schrijvers en kunstenaars koppelt aan locaties, en op die manier lezen laagdrempelig wil maken. En afgelopen week verschijn zijn nieuwste bundel: Onze tijd in de ruimte.
Hij schrijft heel dense, dichte volle zinnen volgen elkaar op, alle woorden willen iets zeggen. Het werk is te vergelijken met Menno Wigman, wat dan ook een groot voorbeeld is van de stadsdichter van Zeist. Zijn werk is onheilspellend en speelt met godsdienst en filosofie, maar heeft steeds een (sociologische?) afstand tot de materie.
Hij won de Turing gedichtenwedstrijd met zijn gedicht Laatste foto van de vrede:
Ik bedoel dit letterlijk: verlaat de zoemende foto
nu het nog kan, zelfs uit de ruimte blijkt de verwoesting
onafwendbaar. De man in de kamer hiernaast is al geschiedenis.
Vanuit deze foto leidt de weg naar de ontsnapping, elke poging tot bewegen
wordt beloond. Deze waarschuwing geldt voor iedereen: pretvaders, bonusmoeders,
leenkroost; alles waarop een naam rust, een burgerservicenummer, een cliëntprofiel; alles
wat kan worden afgeluisterd dus alles wat voor evacuatie in aanmerking komt.
De laatste foto van de vrede bloedt als een oprechte, loyale Madonna. De staat stuurt een app: de elektriciteit is dood, telefoons/computers
afgesneden. Discreet duiken we onder in een tentenkamp.
Paspoorten, sleutelwoorden raken uitgebloeid.
De foto liegt niet. Nog even en dan gaat het los begint het zoeken met honden naar overlevenden. Tot dan steken we de koppen in het zand, trakteren we
het gouden kalf op Bach, blijven God door de vingers zien.
De cultuurtips van Jan Paul:
Boek: De herinnerde soldaat
Podcast: Een Uur Cultuur (<3)
Tentoonstelling: De Nollen, Anselm Kiefer - Sag mir wo die blumen sind
Museum: Voorlinden, De pont, Kröller-Müller, Singer Laren
Muziek: Gensys, Samsara
Aankomend concert: Lady Gaga
Festival: Pinkpop
Nu in de bioscoop: All of us strangers
Film op streaming: Sterben
Serie: Adolescence, Yellowstone